Over een kleine drie weken is het weer zover. Kinderen uit groep acht van de basisschool maken de eindtoets basisonderwijs, beter bekend als de Citotoets. Vragen over studievaardigheden, taal, rekenen, wiskunde en, optioneel, wereldorientatie moeten in drie ochtenden worden beantwoord.
Dan wordt er gekeken welke score is behaald en in welke categorie die score valt. Met die uitslag in handen kan de school, in samenspraak met de ouders, bepalen wat de beste vervolgopleiding is. Wordt het vmbo, havo of vwo? En van zo’n keuze hangt veel af. Voor kinderen, maar voor sommige ouders misschien nog wel meer.
Veel basisscholen kiezen voor de Citotoets. Van de ongeveer 7000 scholen die er zijn in Nederland deden er vorig jaar zo’n 6300 scholen mee aan de toets. Hoewel ook het oordeel van de leerkracht meetelt, is de uitslag van de Citotoets vaak de doorslaggevende factor.
Maar niet voor iedere school is de Citotoets zaligmakend. De Christelijke Onderwijs Groep Drenthe heeft al langer een kritisch geluid. Ger de Vos: “Wij willen niet afhankelijk zijn van één getal. Daarom hebben wij zelf een plaatsingswijzer ontwikkeld. Samen met gegevens over bijvoorbeeld de studiehouding van kinderen en de kennis van de leerkracht beslissen we welke vervolgstudie het beste past.” Toch is het niet zo dat er bij de COG geen Citotoetsen worden afgenomen. “We willen alleen niet blind varen op één toets.”
Zijn er meer scholen die er zo over denken? Is de Citotoets zelf aan vervanging toe? Is het verstandig van scholen om zich niet concentreren op één toets? Vinden ouders dat scholen te veel waarde hechten aan de uitslag? Of kan de Citotoets nog jaren mee?